Hybriden, PiWi's, Interspecifieke rassen of straks 'Bio's'?
"Zoals eenieder intussen zal begrijpen zijn de "bio's" de toekomst voor de hobbywijnbouwer, maar ook voor de professional die duurzame wijnbouw voorstaat en begaan is met milieu en gezondheid." wordt er geschreven op de site van de Brabantse Wijnbouwers.
In Nederland gaan er stemmen op om 'PiWi's', 'Bio's' te gaan noemen. Daarmee wordt weer maar eens de vlag veranderd. Toen hybriden een slechte naam kregen werden het PiWi's. En nu is PiWi precies weer een scheldwoord. Maar 'Bio's' kan en mag niet!
1. Indien men de naam 'Bio's' zou gaan toekennen zou men de indruk wekken dat met klassieke druiven niet biologisch geteeld zou kunnen worden. Men zou zich daarmee het biologische imago toeëigenen. (Er zijn zelfs wijnbouwers die met klassieke rassen biodynamisch werken.)
2. De meeste hybriden, of PiWi's zo u wilt, worden niet biologisch geteeld maar ook met moderne gewasbeschermingsmiddelen gespoten.
3. Elke verwijzing naar 'bio' wordt door Europa streng gekoppeld aan voorwaarden. Deze hebben niet enkel betrekking op de gewasbescherming maar ook op de vinificatie.
PiWi's dus voortaan 'Bio's' gaan noemen is dus misleidend en in strijd met de wet.
1. Indien men de naam 'Bio's' zou gaan toekennen zou men de indruk wekken dat met klassieke druiven niet biologisch geteeld zou kunnen worden. Men zou zich daarmee het biologische imago toeëigenen. (Er zijn zelfs wijnbouwers die met klassieke rassen biodynamisch werken.)
2. De meeste hybriden, of PiWi's zo u wilt, worden niet biologisch geteeld maar ook met moderne gewasbeschermingsmiddelen gespoten.
3. Elke verwijzing naar 'bio' wordt door Europa streng gekoppeld aan voorwaarden. Deze hebben niet enkel betrekking op de gewasbescherming maar ook op de vinificatie.
PiWi's dus voortaan 'Bio's' gaan noemen is dus misleidend en in strijd met de wet.
Wat is er mis met hybriden?
Men kan natuurlijk polariseren en de wijnwereld verdelen in voorstanders en tegenstanders, maar de waarheid ligt zoals gewoonlijker ergens tussenin. Toen aan het einde van de negentiende eeuw de Europese wijnbouw ten onder dreigde te gaan doordat onze wijngaarden door de uit Amerika overgekomen druifluis werden vernietigd ging men op zoek naar een manier om onze wijnbouw te redden. Door de nieuwe inzichten in de erfelijkheid, het boek van Charles Darwin ‘On the origine of species’ was nog maar juist verschenen, ging men Amerikaanse wilde druiven met onze Europese wijndruiven kruisen in de hoop dat de zo verkregen hybriden de resistentie tegen de druifluis van de Amerikaanse wilde druif en de wijnkwaliteit van de Europese wijndruif (Vitis vinifera) zouden erven. Nadat kruisingen tussen Amerikaanse druiven en onze ‘nobele’ variëteiten mislukten ging men het met de minder kwaliteitsvolle wijndruiven proberen. Men slaagde er in om druiven te kweken die daadwerkelijk tegen de druifluis bestand waren en waar men wijn van kon maken. Een dokter uit de Ardeche die zelf ook een wijngaard bezat, dr. Albert Seibel, ontwikkelde enkele duizenden van zulke hybriden die als aanduiding de naam van dr. Seibel met een nummer kregen. Zij betekende de redding van de wijnbouw. Dus wie kan er tegen hybriden zijn? Er was echter een groot nadeel aan deze hybriden. Hoewel de druiven goed van smaak waren had de wijn die er van gemaakt werd een onaangenaam aroma dat ‘foxy’ noemt en volgens velen een associatie met mottenballen oproept. Hoewel er duizenden pogingen werden ondernomen slaagde men er niet in een hybride te ontwikkelen waarvan men een goede wijn kon maken. De oplossing werd gevonden in het enten van onze klassieke kwaliteits-wijndruiven. De hybride onderstok zorgde voor een ondergronds druifluisresistent wortelgestel terwijl bovengronds de ent van onze klassieke wijndruiven onze oude wijnkwaliteit kon voortbrengen. Frankrijk, waar de hybriden inmiddels alom waren aangeplant, vaardigde een verbod uit om nog langer hybriden voor de wijnbouw aan te planten. Duitsland, waar de druifluis van veel later arriveerde, schakelde onmiddellijk van wortelechte wijndruiven over op deze welke op hybride-onderstokken werden geënt. Duitsland heeft nooit ervaren welke voor de wijnkwaliteit desastreuze gevolgen het massaal aanplanten van hybriden zou hebben. Hierin ligt de verklaring waarom Duitsland blijft geloven in het ontwikkelen van hybriden voor de wijnbouw. Helaas was uit Amerika na de druifluis ook de meeldauw en valse meeldauw naar Europa gekomen. Deze schimmels waaiden letterlijk in een mum van tijd over de Europese wijngaarden en konden enkel onder controle worden gehouden door het alle tien dagen te spuiten met zwavel en Bordeauxse pap, een mengsel van gebluste kalk en koperoxide. Inmiddels zijn er een hele reeks chemische middelen ontwikkeld die zeer succesvol in de strijd tegen deze schimmels kunnen worden ingezet. Door de toenemende weerstand tegen het gebruik van sproeistoffen ging men opnieuw proberen de erfelijke weerstand van de Amerikaanse druiven tegen, deze eveneens van oorsprong Amerikaanse, schimmels in wijndruiven te krijgen door de Seibel-hybriden met onze wijndruiven te kruisen. Na elke nieuwe generatie werd er geselecteerd op resistentie en wijnkwaliteit. Naarmate het aandeel Amerikaanse druif in de stamboom afnam werd de wijn die men van deze druiven kon maken beter, maar helaas nam met de afname van het foxy-aroma ook de resistentie af. Men heeft zelf middels genetische modificatie geprobeerd een resistente kwaliteits-wijndruif te ontwikkelen, maar deze pogingen faalden en het Duitse proefproject werd gestopt. Het werd stilaan duidelijk dat minder foxy ook minder resistentie betekende. De recente onderzoeken wijzen in de richting van een rechtstreeks verband tussen Antranilzuur en/of Malvin, die Amerikaanse druiven wel en wijndruiven niet aanmaken, en weerstand tegen meeldauw en valse meeldauw. De nieuwe hybriden zijn dan ook niet ‘resistent’ maar hebben hooguit een ‘verhoogde weerstand’. Helaas blijft de kwaliteit van deze druiven te laag voor kwaliteitswijn. De EU heeft dan ook bepaald dat deze hybriden, of interspecifieke rassen zoals ze in de Europese wetteksten worden genoemd, enkel voor landwijn gebruikt mogen worden maar niet voor kwaliteitswijnen die een wettelijk beschermde herkomstbenaming, zeg maar AOC, dragen. Dit is het officiële Europese standpunt. Toch vinden we hybriden zoals Regent, Solaris of Sirius in onze Hagelandse en Heuvellandse wijnen. Hoe kan dat dan? Hiervoor moeten we iets dieper ingaan op de wetgeving betreffende het erkennen van gewassen. Een nieuw gewas erkennen is een nationale bevoegdheid, en landen kunnen elkaars erkenningen overnemen. Dus wanneer bijvoorbeeld Duitsland een nieuwe druif als wijndruif (Vitis vinifera) erkent, mag een ander land, bijvoorbeeld België, deze erkenning overnemen. En dat is nu precies wat er gebeurt. Duitsland registreert nieuwe hybriden als Vitis vinifera waarna België deze erkenning overneemt en de druiven in kwaliteitswijn toelaat. Frankrijk bijvoorbeeld, dat beter dan welk ander land weet dat er met hybriden geen eer te behalen valt, volgt het Europese standpunt en laat in hun kwaliteitswijnen geen hybriden toe. Nu hebben de nieuwste generatie hybriden inderdaad een betere kwaliteit, maar men moet ze op dezelfde manier spuiten zoals de klassieke variëteiten. Inmiddels passen ook de schimmels zich aan en zijn er bijvoorbeeld nieuwe stammen van valse meeldauw waartegen ook de sterkste hybriden niet bestand zijn. Een lagere wijnkwaliteit en toch spuiten. Waar zit dan de winst? Het lijkt er op dat de winst enkel nog de patentrechten van de ontwikkelaar zijn. Deze nieuwe interspecifieke rassen zijn immers niet vrij van kwekersrechten en mogen enkel door sommige kwekers worden vermeerderd, tegen betaling uiteraard. De instituten die deze stokken ontwikkelen laten immers wereldwijd hun patentrecht beschermen om hun financiële belangen veilig te stellen. Het Zwitserse patentbureau waar deze intellectuele eigendommen worden geregistreerd kijken niet naar de stamboom en ook niet naar de wijnkwaliteit. Een als Vitis vinifera aangeboden druif wordt door hun ook als dusdanig geregistreerd. Het is dus voor België juridisch mogelijk om hybriden toe te laten in kwaliteitswijn, hoewel het in strijd is met de Europese regelgeving. Het staat elk land vrij om te zeggen ‘het is een Vitis vinifera’ of ‘die druif komt niet in onze kwaliteitswijn’. Onze Belgische wijnbouw, ontstaan vanuit een groep hobbyisten, heeft de historische fout gemaakt om in een aantal gebieden hybriden voor kwaliteitswijn toe te laten. Daarmee heeft een beschermde oorsprongsbenaming zoals Hageland of Heuvelland, want in de Haspengouw zijn geen hybriden toegelaten, een lagere kwaliteitswaarborg dan deze van buitenlandse wijngebieden. Commercieel wordt het er voor de consument dus enkel moeilijker door en voor de wijnbouwer minder waardevol om deze herkomstbenaming te dragen. Er zijn heel goede wijnen die als Vlaamse landwijn worden verkocht en hybridewijnen die het label ‘kwaliteitswijn’ dragen. Men kan natuurlijk de druif op het etiket vermelden, maar ook daarop hebben de ontwikkelaars van hybriden een oplossing gevonden. Cabernet Cortis, Cabernet Cantor, Cabernet Dorsa, Cabernet Dorio, Acolon, allemaal nieuwe druiven, maar welke druiven zitten er in een Cabernet? Cabernet Cortis en Cantor zijn hybriden, maar Cabernet Dorsa, Dorio en Acolon zijn dat dan weer niet. Hoe kan een consument er nog wijs uit worden? Voor de ontwikkeling van onze wijnbouw is het belangrijk dat de consument wanneer hij een wijn met een Belgisch ‘kwaliteitslabel’ koopt zeker is dat wat er in de fles zit ook evenwaardig is aan wat er in andere Europese kwaliteitsgebieden wordt geproduceerd. Daarom moet het beleid, dat nu nog hybriden in kwaliteitswijn toelaat, worden bijgesteld. Nog veel erger dan de fouten uit het verleden is dat in de voorlichting van nieuwe wijnbouwers deze hybrideproblematiek volledig wordt buiten beschouwing gelaten. Zelfs mensen die heel goed weten dat ik gelijk heb zwijgen of steunen mij enkel ‘onder vier ogen’ omdat zij weten dat zij anders uit de gratie zijn want zelfs op officiële voorlichtingsdagen voor wijnbouwers worden de hybriden verdedigd met onvolledige en onjuiste informatie. ‘De moderne hybriden zit amper nog een paar procent Amerikaanse druif in. Die kun je eigenlijk geen hybriden meer noemen’ als argument voor Regent (33% Amerikaans) en dergelijke gebruiken is gewoon liegen. Erger nog, mensen zoals ik die dit proberen onder de aandacht te brengen wordt de mond gesnoerd. Dit is een zeer gevaarlijke zaak. Het risico dat nieuwe wijnbouwers zich door een vermeend gemak bij de gewasbescherming laten verleiden tot het aanplanten van hybriden is erg groot. Moeten we hybriden dan maar vergeten? Nee, natuurlijk niet. Hybriden hebben ontegensprekelijk voordelen bij de teelt. De nieuwste generatie hybriden moet men doorgaans twee keer minder spuiten hetgeen minder werk en een lagere kostprijs betekend en ook de biologische teelt wordt er een stuk gemakkelijker door. Er is dan ook geen enkel bezwaar tegen het gebruiken van hybriden in Vlaamse landwijn. Ook zijn er hybridedruiven zoals de Rondo die beter tegen koude bestand zijn maar die niet met een Amerikaanse maar een Aziatische druif gekruist zijn. Aziatische druiven hebben geen foxy aroma maar zijn ook niet resistent tegen de van oorsprong Amerikaanse schimmels. Deze hybriden kunnen eventueel wel voor kwaliteitswijn worden toegelaten. De hoop is echter vooral gevestigd op de wetenschap. Hopelijk zal deze in de toekomst een oplossing kunnen bieden waardoor we resistente druiven krijgen die niet enkel ‘aanvaardbaar’ zijn maar die de kwaliteit van een Pinot Noir of Chardonnay kunnen evenaren, maar alle pogingen, de PiWi’s (pilzwiderstandsfähige Sorten) zoals men de nieuwe generatie hybriden graag noemt, zijn dit helaas nog niet. |
"Ik wil een wijngaard gaan aanleggen en ben meerdere Nederlandse wijndomeinen gaan bezoeken, en heb er uiteraard ook wijnen gekocht. Na er een hele hoop geproefd te hebben weigert mijn vrouw nog wijn te proeven als die van die vreselijke druiven gemaakt is. Voor mij is één ding duidelijk; enkel klassieke druiven!"
startende wijnbouwer Mijn strijd tegen hybridenIk wil mensen die met wijnbouw willen starten op een eerlijke manier voorlichten. Iedereen zou graag een gemakkelijke druif die een zeer goede wijnkwaliteit kan voortbrengen en die door de consumenten wordt gewaardeerd, hebben. Ik ben geen fundamentalist en sluit zelfs GMO-oplossingen niet uit, maar de huidige PiWi's kunnen niet aan de bedrijfseconomische voorwaarden voldoen.
Hybride druiven zijn niet geschikt voor kwaliteitswijn. De EU voorziet wettelijk in een verbod van hybriden in kwaliteitswijn; (Beschermde Ooosprong Benaming zoals Haspengouw, Hageland of Heuvelland).
Toch worden hybride rassen soms als wijndruiven verkocht en wordt er wijn van deze druiven als kwaliteitswijn aangeboden. Hoe is dat mogelijk? Eerst zeggen 'het is geen hybride het is Vitis Vinifera', later 'het is geen hybride maar een "Neuzuchtung", vervolgens een 'PiWi', ten slotte 'nog maar enkele procenten dus verwaarloosbaar' om te eindigen met 'de afstamming is niet van belang'. Hoe vaak moet je op een leugen worden betrapt voor je het schaamrood op je wangen krijgt?
|