Waarom 'open stoken' zo belangrijk is
Of het ‘open stoken’ een cruciale voorwaarde is om een kwalitatief hoogstand distillaat te maken is afhankelijk van de grondstof. Je kunt door de kop van de middenloop te splitsen met de temperatuur als indicatie nooit zo precies splitsen als door te ruiken en te proeven. Hetzelfde geldt bij de middenloop-staart splitsing. Wanneer we bij een bepaald alcohol gehalte op naloop schakelen is altijd met een ruime veiligheidsmarge. Om het echt goed te splitsen moet je ook weer kunnen ruiken en proeven. Het volume dat men verliest wanneer men in een gesloten systeem op basis van temperatuur en alcohol gehalte splitst is niet zo groot. En zeker economisch geen probleem wanneer men toch enkel goedkope grondstof gebruikt. De belangrijkste aroma’s bij graan zitten toch vooral in het midden. Ook de kop kan men redelijk ‘scherp’ afsplitsen omdat dat bij graan veel minder belangrijk is dan bij fruit. Maar wellicht het belangrijkste verschil is dat bij fruit juist heel belangrijke aromacomponenten heel dicht achter de kop en heel kort voor de staart zitten. Als je deze mist omdat je niet kunt ruiken en proeven kun je nooit een top fruit eau-de-vie maken. Dit is ook de rede waarom in Duitsland bijvoorbeeld graanstokerijen bijna allemaal met een gesloten installatie werken maar fruit distillateurs open distilleren. (Zie ook types distilleerderijen)
Bij fruit is het een absolute must om de splitsing van kop-middenloop-staart te kunnen doen aan de hand van ruiken en proeven. Heel belangrijke aroma's zitten enkel heel kort achter de kop en kort voor de staart.
Men moet infracties opvangen en dan kan men pas beslissen wat wel en wat niet mee in de middenloop gaat. |
Wie zitten aan tafel
Dat er een probleem is met de nieuwe accijnswetgeving die het statuut 'likeurfabriek' heeft afgeschaft is wel duidelijk. Iedereen die nu Gin maakt door in neutrale alcohol gemacereerde kruiden over te halen zou zijn installatie moeten aanpassen en volledig verzegelen. Distillateurs die momenteel twee keer stoken en hun fijnstook als likeurfabriek 'open' doen, zouden dit onder de nieuwe wetgeving niet meer mogen. Maar nu de overheid in overleg is getreden met 'de sector' zijn deze kleine Gin en eau-de-vie producenten niet uitgenodigd. En de grote producenten die wel aan tafel zitten distilleren geen fruit maar graan. Dus voor hun is er geen probleem, in tegendeel zij hebben er baat bij dat die nieuwe kleine ambachtelijke distillateurs niet langer een beter product kunnen maken dan de industriële producten. Veel van de grote merken zijn trouwens alleen maar volledig of bijna neutrale alcohol waaraan wat, in het beste geval natuurlijk, aroma werd toegevoegd.
Lobby voor ambachtelijk distillerenAmbachtelijke kleine- en fruitdistillateurs, laat voor uw belangen opkomen.
Zoals u allen bekend worden de ambachtelijke kleine en fruitdistillateurs momenteel niet door een vakorganisatie, beroepsorganisatie, federatie of iets dergelijks vertegenwoordigd. Door het gebrek aan een dergelijke organisatie is onze sector niet vertegenwoordigd op het overleg met de regering aangaande zaken die ons aanbelangen in het algemeen en de accijnsproblematiek in het bijzonder.
Om toch voor onze belangen te kunnen lobbyen is er een officiële manier welke wij wel kunnen gebruiken, die van een ‘geregistreerd lobbyist’. Langs deze weg willen wij toch op de besluitvorming wegen. |
Kostprijs
Een nieuwe stokerij heeft zijn installatie moeten laten aanpassen. Extra meetvaten (voor kop & staart en middenloop), verzegelde papegaai en een 'druppelteller' moesten worden geplaatst. Meerkost +/- € 11.000,-. Maar het nadeel dat men niet optimaal kop-middenloop-staart kan splitsen blijft.
Buitenland als voorbeeld
In Duitsland mogen ambachtelijke stokerijen wel ‘open’ stoken. Het resultaat? Meer dan 30.000 ambachtelijke distillateurs, en in Oostenrijk zelfs 40.000! In Nederland worden installaties ook niet meer verzegeld en kan men ‘open’ stoken en zien we het aantal ambachtelijke distilleerderijen weer toenemen.
En in België?
Wanneer we in België ‘open’ willen stoken moeten we dat in twee keer doen, als we daar tenminste de toelating voor krijgen. ‘Maar dat is toch ook beter’ zult u zeggen. Ja, dat klopt, maar in het buitenland kan men met één heel eenvoudige alambic twee keer stoken. ‘Open’ natuurlijk. Wanneer we dat in België willen doen hebben we twee stookinstallaties nodig. Een volledig gesloten, en dus hoe dan ook al duurdere, installatie voor de ruwstook, en een tweede onverzegelde voor de fijnstook. Dat wil dus zeggen dat de investering meer dan het dubbele bedraagt. Dit is voor potentiële nieuwe distillateurs een grote hindernis.
In Duitsland mogen ambachtelijke stokerijen wel ‘open’ stoken. Het resultaat? Meer dan 30.000 ambachtelijke distillateurs, en in Oostenrijk zelfs 40.000! In Nederland worden installaties ook niet meer verzegeld en kan men ‘open’ stoken en zien we het aantal ambachtelijke distilleerderijen weer toenemen.
En in België?
Wanneer we in België ‘open’ willen stoken moeten we dat in twee keer doen, als we daar tenminste de toelating voor krijgen. ‘Maar dat is toch ook beter’ zult u zeggen. Ja, dat klopt, maar in het buitenland kan men met één heel eenvoudige alambic twee keer stoken. ‘Open’ natuurlijk. Wanneer we dat in België willen doen hebben we twee stookinstallaties nodig. Een volledig gesloten, en dus hoe dan ook al duurdere, installatie voor de ruwstook, en een tweede onverzegelde voor de fijnstook. Dat wil dus zeggen dat de investering meer dan het dubbele bedraagt. Dit is voor potentiële nieuwe distillateurs een grote hindernis.