Tanzania
In de zomer van 2019 ging ik voor enkele weken naar Tanzania om er rondom Dodoma een drietal domeinen bij te staan.
Tanzania heeft weliswaar geen internationale reputatie als wijnproducent, maar is in feite de tweede grootste wijnproducerende regio in Afrika bezuiden de Sahara (na Zuid-Afrika). De geschiedenis van de wijnproductie in het land is relatief recent en groeide grofweg mee met de onafhankelijkheid van Tanganyika en de fusie met Zanzibar in de jaren zestig.
Wijnstokken werden in Tanzania voor in 1938 geïntroduceerd door Italiaanse paters, leden van de rooms-katholieke congregatie van de Heilige Geest (algemeen bekend als de Heilige Geest Vaders). Ze werden geplant in de buurt van het Kondoa District in de Dodoma-regio, die nu het centrum van de Tanzaniaanse wijnproductie is geworden, en waar de nieuwe hoofdstad van het land ligt. De wijnproductie bleef grotendeels afgezonderd en beperkt tot de missies totdat de nieuwe onafhankelijke regering voor het eerst investeerde in de druiventeelt. In de jaren '60 werd in de Isanga-gevangenis van Dodoma een wijngaard van 2 ha (5 ha) aangeplant. Een wijnmakerij werd gebouwd in 1969 en de regering begon met het stimuleren van boeren om druiven te planten.
In 1979 richtte de regering de Dodoma Wine Company (Dowico) op om de commerciële productie van lokaal geteelde en gevinifieerde wijnen te verankeren. Dowico richtte een onderzoeksfaciliteit op en begon te experimenteren met verschillende druivensoorten. Drie belangrijke wijnbedrijven hebben de groei van de lokale wijnindustrie sterk beïnvloed; Dowico, Tanzania Distilleries (TDL) en de Central Tanzania Wine Company (Cetawico). Samen maken deze drie producenten de belangrijkste merken van het land, waaronder Dodoma, Imagi, Overmeer, Presidential, Altaarwijn en Sharye. De wijnen worden als assemblages aangeboden zonder de druiven te vernoemen. Een van de grootste producenten maakt bijvoorbeeld wijnen die gewoon als droog rood of wit, 'natuurlijk zoet' en rosé worden bestempeld. Vooral in het nieuwe millennium is wijn populairder en succesvoller geworden. Tussen 1998 en 2015 is de export van Tanzania's wijn gestegen van 176 kg tot meer dan 150.000 kg, voornamelijk naar de naburige Oost-Afrikaanse landen. Dit is belangrijk omdat de Tanzaniaanse landbouw meer dan een kwart van het BBP van het land voor zijn rekening neemt, waarvan 85 procent afkomstig is van de export. De groei van de wijnindustrie in het land is deels te danken aan Zuid-Afrikaanse investeerders die eind jaren negentig aanzienlijke aandelen kochten in Tanzania Distilleries. Zuid-Afrikaanse wijnen vormen ook een belangrijk deel van het marktaandeel van de wijnen die lokaal beschikbaar zijn in Tanzania. In de archievenEr is door de jaren heen al veel onderzoek gedaan. En heel degelijk onderzoek. Zo vond ik dit onderzoek over de bodem rond Dodoma uit 1983 terug.
Helaas werd er niet veel mee gedaan en zijn de adviezen aan lokale telers zelfs volledig verkeerd. Terwijl de druivelaars het zeer zwak doen door het volledige gebrek aan voedingstoffen is het advies vaak "meer water geven". De contraproductieve aanpak kan zelfs catastrofale gevolgen hebben. Een wijngaard moet zelfs volledig worden gerooid en opnieuw aangeplant als gevolg van 'Pied noir', tengevolge van gecompacteerde bodem en overvloedige irrigatie.
|
Grape Research CenterWijnbouw is een belangrijke activiteit in de streek rond Dodoma. Er zijn meer dan 1500, overwegend kleine telers die hun druiven verkopen aan een van de grote wijnmakerijen. Om de wijnbouw te ondersteunen heeft de overheid een Grape Research Center opgericht.
Zandgrond en droogteHoewel de temperatuur ideaal is voor wijnbouw en er zelfs twee oogsten per jaar mogelijk zijn is wijnbouw in Dodoma niet eenvoudig. De zandgrond heeft een heel lage CEC-waarde, en door de irrigatie spoelen de nutriënten ook nog eens sterk uit. De lokale adviezen zijn "meer water geven", en dat was het dan. Daarmee kom je in een dergelijke bodem natuurlijk binnen de korste keren in de problemen.
Zandgrond en vruchtbaarheidZandgrond heeft een zeer lage vruchtbaarheid als gevolg van de lage CEC-waarde (Kationen uitwisselings capaciteit). De CEC-waarde is vrijwel volledig afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige humus. Het belang van verhogen van het organisch materiaal in deze bodem is echter volledig onbekend. Men adviseert kunstmest aan te brengen en te irrigeren. Hierdoor wordt elke vorm van bodemleven geëlimineerd, en als gevolg van het ontbreken van de 'klei-humuscomplex' is er sprake van massale uitspoeling van nutriënten.
|